De Ashton Brothers zijn Enfants Terribles

Ashton Brothers

Ze stonden te trappelen om weer op tournee te gaan. Het circus van de Ashton Brothers gaat weer het land in met Enfants Terribles: “We hebben het publiek echt nodig om onze show te vervolmaken.”

“Wij vinden het leuk als ieder optreden een wedstrijd is,” vertelt Joost Spijkers, een van de drie Ashton Brothers. “Niet met een tegenstander, maar wel een fysieke uitdaging.” Friso van Vemde: “Het is meer een recordpoging.” Dat beaamt Joost: “Iedere avond moet een record zijn en dan maakt het niet uit of je in Carré speelt of in Oostzaan. Het moet op de toppen van ons kunnen zijn.” Friso: “Als we prutswerk zouden afleveren, worden we doodongelukkig. Dat is onze beroepseer.”

Zo veel mogelijk troep

Toen ze met zijn drieën zaten te praten over Enfants Terribles kwamen ze op steekwoorden als ‘vrolijk’, ‘kleurrijk’ en ‘nieuw begin’. Joost: “We hebben het dan over wat ons bezig houdt, wat we mooi vinden en wat voor soort programma het zou moeten zijn. Dat gaat op een heel associatief en abstract niveau. Vervolgens gaan we in de repetitieruimte aan het werk en dan ga je…” Pim Muda vult aan: “Iets héél anders doen, haha. Want dan vinden we een skelet en doen we een black­art­act in het pikkedonker.” Want daar komt het vaak op neer: in de repetitieruimte borrelen de ideeën op en slepen ze het liefst zo veel mogelijk troep naar binnen om te kijken wat ze ermee kunnen. En daar ontstaan vervolgens de gekste scènes uit of ze weten er juist een verstild nummer van te maken.

Kwaadaardige kinderen

Voor Enfants Terribles wilden de mannen terug naar vroeger. In meerdere opzichten. Pim: “We wilden op zoek naar een soort jeugdige onbezonnenheid. We leiden eigenlijk aan het Peter Pan­syndroom: we vinden het moeilijk om op te groeien. Wij houden nou eenmaal van ballenbakken en confetti.” Friso: “De titel – letterlijk vertaald ‘verschrikkelijke kinderen’ – komt inderdaad voort uit de kindertijd, je bent dan veel vrijer en inderdaad: dat onbezonnene, dat is ook wel onze manier van werken.” De lossere betekenis van ‘enfant terrible’ staat voor onconventioneel en tegendraads gedrag. Precies van toepassing op de magische, sprookjesachtige wereld die de Ashton Brothers keer op keer weten te creëren.

Een wereld vol muzikale en acrobatische toeren, waar altijd veel te lachen valt. Pim: “Cabaretkenner Jacques Klöters omschreef ons, nadat hij ons eerste programma had gezien, als ‘kwaadaardige kinderen’ die over het podium stuiterden. Dat vonden we voor deze show een leuk uitgangspunt, om die gekte weer op te zoeken en de energie die daar bij hoort. We willen fysiek in Enfants Terribles er echt alles uit halen wat er in zit. Wat Friso bijvoorbeeld op een ladder kan is geen kinderspel. Of eigenlijk wel natuurlijk…” Joost breekt in: “Maar niet voor een man in de veertig.” Friso: “In de veertig?” Pim strijkt snel glad: “Wij
hebben geen leeftijden.”

Door de stad trekken

Waarin de Ashtons ook terug naar vroeger willen, is de romantiek van toen ze pas begonnen. Friso: “We zaten nog op de kleinkunstacademie en ik weet nog dat we begonnen met twee tafels en een paar vuilniszakken met ondefinieerbare troep.” Joost, grappend: “Die hebben we nog steeds.” Friso: “Het zijn inmiddels twintig zakken geworden. Maar goed, dan leenden we een platte kar van school omdat we ergens in Amsterdam moesten optreden en sleepten we alles door de stad.” Pim: “Onze vorige show Treasures had een vliegend en computergestuurd decor, we hadden megatrailers mee om alle spullen te vervoeren en enorm veel mensen die met ons meereisden. Die show was technisch zo groot, dat we voor ons gevoel te weinig flexibel konden zijn. Dus hebben we ons nu ten doel hebben gesteld om met simpelere middelen hetzelfde effect te bewerkstelligen. Natuurlijk gaan we weer de hoogte in en hebben we stellages waar we vanaf kunnen vallen, dat blijft altijd een onderdeel van onze shows. Maar het op een simpelere manier proberen voor elkaar te krijgen, prikkelt onze creativiteit, merken we.”

Verhalen vertellen

Scènes of acts ontstaan bij de Ashton Brothers op verschillende manieren. Soms beginnen ze met iets dat alleen maar een effect is, of een techniek. Maar het kan ook een verhaal of een thema zijn, denk aan de doodskisten uit Treasures of de rolstoelen uit Charlatans. De mannen willen er eigenlijk altijd een verhaal mee vertellen, op wat voor manier dan ook. Friso: “Als Joost een Bosnisch nummer zingt, dan geeft het niet dat je niet verstaat waar het over gaat, dat is pure emotie. Het gevoel dat je krijgt. Dat is ook een manier om verhalen te vertellen.” Joost vult aan: “Ik ben er trots op dat wij entertainment maken voor een heel breed publiek. Daarnaast hebben wij de ambitie dat het ook intelligent is. Dat er een verhaal in zit, een thematiek of poëzie.”

Nooit iets half doen

En ja, er vallen wel eens acts af omdat ze gewoonweg te gevaarlijk zijn of te lastig om vaak te doen. Want de mannen spelen hun voorstellingen zo’n drie­ à vierhonderd keer. Friso: “We zijn nog steeds roekeloos, maar we gaan nooit te ver.” Pim: “Dat is bij ons ook echt anders dan bij circusartiesten die maar één act doen. Wij maken een show van anderhalf uur.” Joost: “Daarom trainen we ook veel, om conditie op te bouwen om zo’n voorstelling te kunnen spelen. Dat je, nadat je in de trapeze hebt gehangen, toch een nummer op de gitaar kunt spelen, terwijl je armen eigenlijk verzuurd zijn.” Pim: “Dat zijn wel de momenten dat we ons circusartiesten voelen trouwens. Dat wat we als jongetjes allemaal wilden worden.” Friso: “Het is lekker om fysiek ver te gaan. We willen het nooit half doen.”

,

Geef een reactie