Cabaretier René van Meurs over stand-up comedy, cabaret en zichzelf

Hij begon op een bierkratje in een studentenhuis, maar tegenwoordig speelt hij met zijn show Voor de storm in de schouwburgen van heel Nederland. Tijd om er achter te komen wie René van Meurs (1985) is: ‘’Ik wil de beste René van Meurs worden die ik kan zijn.’’
rene_van_meurs

Door: Jesper van Laren

‘’Ik treed op sinds 2006 en ik speel sinds september 2013 met deze show, dus eigenlijk is deze show al zeven jaar in de maak, maar het is pas sinds november 2012, nadat ik Cameretten had gewonnen, dat ik dacht: ik ga een show maken. Het is een programma waarmee ik de tijdsgeest wil duiden. Het gaat vooral over mij, maar er zitten hele herkenbare dingen in. Het gaat er over dat iedereen die nu eind twintig, begin dertig is, zich op Facebook en Twitter veel beter kan voordoen dan hij of zij in werkelijkheid is. Mijn generatie hoeft nooit risico’s te nemen en kan een beetje aanmodderen. Onze onzekerheden kunnen we wegmoffelen onder een laag pretentie. Het is niet echt een boodschap, maar meer een duiding van dat wat er speelt. Ik zou net als bij Playstation-games ook in het echte leven een ‘savegame’ willen maken, zodat ik ergens op terug kan vallen als er iets niet lukt. Het grootste risico dat ik tot nu toe heb genomen is de keuze voor cabaret in plaats van iets te gaan doen met mijn studie.’’

Nooit gedacht

‘’Ik ben geboren en getogen in Schipluiden, een dorpje in het Westland. Ik had een rustige, normale jeugd. Mijn dorpsgenoten vonden het eerst maar apart dat ik het podium op stapte, maar nu ze zien dat ik het goed doe, vinden ze het toch leuk. Eerst zeiden ze: ‘Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’, tegenwoordig zeggen ze: ‘Doe maar gek, maar doe dan wel normaal gek’. De nuchterheid van de mensen om mij heen zorgt er voor dat ik met beide benen op de grond blijf staan. Dat draagt ook bij aan mijn succes. Als kind heb ik nooit het idee gehad dat ik grappig was. Ik hield wel van toneelspelen en dingetjes schrijven, maar ik had nooit gedacht dat ik cabaretier zou worden.

Ik weet nog dat ik op mijn vijftiende op aanraden van mijn CKV-docent naar Theo Maassen ben geweest. Ik vond hem heel goed en dacht: ‘dit zou ik ook wel willen, maar dit kan ik niet’. Ik heb er toen jaren niet meer over nagedacht, totdat ik een verhaal over mijn autopech voor mijn teamgenoten bij voetbal zo leuk had vervormd, dat iemand zei dat ik dat een keer op een podium zou moeten gaan doen.

Ik heb toen meegedaan met het Griffioen Cabaret Festival. Ik deed auditie voor vier juryleden. Zij zaten met een kniklampje van de IKEA en een kladblok en moesten niet één keer lachen. Ik dacht bij mezelf: als dit het is, dan hoeft het van mij niet. Uiteindelijk mocht ik door naar de finale en won de publieksprijs. Dat was voor mij het moment dat ik besloot om er toch vol voor te gaan om cabaretier te worden. Direct daarna werd ik gevraagd om mee te doen bij de improvisatiegroep Op Sterk Water. Na twee jaar ben ik daar weggegaan, omdat ik niet kon zingen. Ik wil ook niet zingen, ik wil gewoon grappig zijn.’’

Nooit te oud om te leren

‘’In 2007 kwam ik bij Comedytrain terecht. Het mooie aan Comedytrain is dat je elkaar als comedians coacht. Iedereen staat open voor elkaars kritiek en leert van elkaar. Zo kijk ik ook wat andere comedians doen, maar vooral naar de manier waarop. Door trucjes van collega’s op mijn manier uit te proberen, kan ik meer kleuren aan mij palet toevoegen. Ik vind het wat ver gaan om mijn collega’s mijn voorbeelden te noemen. Voorbeelden heb ik niet. Zodra je besluit dat je wilt zijn als iemand anders, staat je eigen ontwikkeling meteen stil.

Ik ben zelf energiek op het toneel. Ik heb niets om me achter te verschuilen, het belangrijkste is dat je jezelf bent op het podium. Je moet overdragen dat het verhaal dat je vertelt voor jezelf interessant is. Als je niet overtuigd bent van jezelf, prikt het publiek daar zo doorheen.

In 2012 deed ik mee aan het Cameretten Festival, het grootste cabaretfestival van Nederland. Ik had plannen voor een avondvullend programma, maar ik wilde op mijn flyer kunnen zetten dat ik goed was. Ik won de jury- en de publieksprijs. Aan de publieksprijs hecht ik iets meer waarde dan aan de juryprijs. De jury bestond maar uit vijf personen, terwijl er voor de publieksprijs 1500 man zeiden: ‘die oranje gast is de leukste’. Dit was voor mij ook een bevestiging dat ik goed genoeg was voor een eigen show.’’

Social Media-cabaretier

‘’Vroeger was het moeilijk om mezelf onder de aandacht te brengen. Ik moest bellen naar studentenhuizen in de hoop dat ik op mocht komen treden. Tegenwoordig heb ik een impresariaat dat mijn promotie regelt. Zij zorgen voor mediaoptredens, posters en flyers. Ik merk dat TV-optredens beter werken dan bezoekjes aan de radio, omdat ik met mijn rode haar en mijn bril een opvallend gezicht heb. Zo blijf ik goed hangen.

Wel houd ik me bezig met Twitter en Facebook. Ik zie dit als onderdeel van mijn vak en stop er dan ook een hoop tijd in. Ik ben mijn eigen product. Ik moet René van Meurs verkopen. Ik probeer een gecontroleerd privéleven weg te geven. Ik twitter over welke series ik leuk vind, waar ik ben en post soms een grappige foto. Ook antwoord ik op 99 procent van de berichtjes die ik krijg. Ik voel dat ik zo een soort persoonlijke band met mijn achterban creëer. Door middel van Twitter en Facebook wil ik laten zien dat het product René van Meurs meer is dan alleen die gast met die grapjes.Toch moet ik het ook vooral hebben van mond-tot-mondreclame. Dat is niet controleerbaar; ik moet goed zijn en hopen dat mensen over mij gaan praten.’’

Bezig zijn met bezig blijven

‘’Ik ben nu bezig met het schrijven van een tweede show, wat er daarna gaat gebeuren weet ik niet. Ik wil in ieder geval artistiek bezig blijven en tijdens het bezig blijven ontdekken waarmee dan precies.

Veel cabaretiers willen ooit in Carré staan, maar Carré is voor mij de cabarettempel van de oude garde. De Kleine Komedie is dat meer voor de nieuwe lichting, en bovendien veel meer binnen mijn bereik, dus ik wil ooit in De Kleine Komedie staan. Verder heb ik geen concrete doelen. Ik kan zeggen dat ik de beste cabaretier ooit wil worden of de grappigste, maar dat is niet meetbaar. Ik wil vooral als mens groeien. Ik wil altijd alles geven en daardoor supergoed worden in mezelf zijn. Ik wil de beste René van Meurs worden die ik kan zijn.’’

,

Geef een reactie