Dubbelinterview Joke Bruijs/Gerard Cox: Alles went, behalve een vent

Alles_went_behalve_een_vent_foto_Govert_de_Roos_32D6FC6E8ED9578EC1257B74005F9962_1Joke Bruijs (1952) en Gerard Cox (1940) spelen al twintig jaar een getrouwd paar, langer dan hun eigen veertienjarige huwelijk geduurd heeft. Met de theaterkomedie Alles went behalve een vent stapten zij vorig jaar weer in het spreekwoordelijke huwelijksbootje. Afgelopen seizoen speelden Joke en Gerard voor bomvolle theaterzalen. Dat smaakt naar meer! Tot en met december kunnen we daarom weer genieten van dit ‘Gouden Koppel’ in de theaters. Een dubbelinterview met twee grote routiniers over de voorstelling Alles went behalve een vent.

Joke Bruijs: ‘We zijn echt maten van elkaar. We hebben respect voor elkaars werk’.
Gerard Cox: ‘Liefde overwint alles. Het is een cliché, maar met liefde kom je een heel eind’.

Toen het idee om een theaterversie van Alles went behalve een vent te maken eenmaal was geboren, wisten de producenten dat Gerard en Joke de enige juiste vertolkers van een echtpaar op leeftijd zouden zijn. Joke: “Bas heeft allereerst mij overgehaald. Ik had in deze periode eigenlijk ook nog ander werk lopen, maar ik raakte steeds enthousiaster. Ik wist dat ik deze rol met niemand anders wilde spelen dan met Gerard. Ik heb hem echt voor het blok gezet.” Gerard: “Er was voor mij geen ontsnappen meer aan!”

Afgelopen seizoen ging Alles went behalve een vent in première. Jullie speelden de voorstelling in korte tijd voor ruim 30 (volle tot uitverkochte) theaters verspreid door het hele land. Waarom in reprise? We waren zo overweldigd door het enorme succes en het was zo’n feestje om de voorstelling te spelen, dat we graag weer het land in gaan. We hebben er zin in! Hoe houden jullie als ex-geliefden die band zo respectvol en warm? Joke: “ We zijn echt maten van elkaar. We hebben respect voor elkaars werk. Ik weet altijd bij Gerard ‘ het komt goed’. Toen ik jong was, werd ik net als Hetty in Alles Went overvallen door het ‘Is dit het nu?-gevoel’. Gerard was opeens niet meer mijn held. Ik werd overvallen door paniek. Nu ben ik ouder en verstandiger en weet ik dat we er toen misschien beter met elkaar over hadden moeten praten. Niemand blijft voor altijd de perfecte held, dat bestaat nergens. “Dat klopt”, zegt Gerard. “Laatst ’s avonds na een voorstelling, realiseerde ik me ineens dat wij nu eigenlijk spelen zoals het zou hebben kunnen zijn als wij bij elkaar waren gebleven. Joke: “Ondanks het feit dat wij gescheiden zijn, hebben we gelukkig nooit een hekel aan elkaar gekregen. Wij zijn nog steeds vrienden van elkaar. Dat is niet namaak, dat is niet door het werk alleen, dat is gewoon een diepe verbintenis.”

Hoe verloopt de samenwerking met Robbert Bijnen, die de rol van Thomas vertolkt? Joke, lachend: “Robbert is onze benjamin. We slaan hem af en toe. Wordt-ie groot van. Hij heeft heel brede schouders al hoor.” Robbert, die ook is aangeschoven: “Het is heel gezellig met Joke en Gerard. Gerard: “Dat zegt hij nou omdat wij erbij zijn. Als je hem apart spreekt, dan praat-ie wel anders.” Robbert vervolgt: “Het is voor mij ontzettend leerzaam om met deze twee ervaringsdeskundigen te mogen werken. Ik was strontzenuwachtig toen ik audities moest doen en ik was dan ook super blij toen ik hoorde dat ik was uitgekozen.” Gerard: “Maar jij was van alle jongens die auditeerden ook gewoon de beste.”
Hebben jullie – met zoveel jaar ervaring – nog weleens last van zenuwen?

Joke: “Ik heb soms zelfs tijdens een première nog wel eens het gevoel ‘waar ben ik in godsnaam mee bezig’. Maar gezonde spanning is goed, dan ben je geconcentreerd. Zenuwachtig zijn niet, daar word je slechter van. Robbert: “Ik vind het altijd enger om voor bekenden te spelen, ik zal straks toch wel wat van zenuwen merken.” Waarop Gerard nuchter antwoordt: “Ik heb de mijne weg laten halen.”

Jullie staan van Heerenveen tot Bergen op Zoom in de theaters. Gerard: “Gelukkig is ons vervoer goed geregeld, maar het blijven grote afstanden. Reizen en files is het enige vervelende van ons vak. Maar wij klagen niet. Als je er eenmaal bent, is het altijd weer enig. Het is juist voor mensen die wat verder weg wonen fijn dat ze ons kunnen zien, dus daar mogen wij wel wat voor over hebben.” Wat is voor jullie een bijzondere scène uit Alles Went? Gerard; “Het gedeelte waarin wij het hebben over hoe een bevriend echtpaar hun hart bij ons komt uitstorten over hun huwelijksproblemen is bijna cabaretesk. Ze doen allerlei ontboezemingen waarop wij ons realiseren ‘waar zij aan lijden, dat geldt voor ons ook’. Dat heeft Dick van den Heuvel verdomd goed geschreven in het script, want ik denk dat veel mensen zich erin herkennen. Dat je zelf ook bijna bungelt aan de rand van de afgrond in je relatie.”

Er zijn ook veel ontroerende momenten. Gerard: “Ondanks alles proberen Willem en Hetty toch de boel te redden. Dat levert een constante ontroering op. Joke: “Hij vindt alles wel prima zo, zij wil meer. Maar er zit wel veel liefde tussen hen beiden en dat voel je. Dat leidt tot veel tedere momenten.” Gerard: “Ik hoop dat dat voor de mensen in de zaal ook als zalf op de wonden zal zijn. ‘Het is overal zo, dit maken wij ook mee’. Liefde overwint uiteindelijk alles. Het is een enorm cliché, maar het is waar. Apostel Paulus zei het al: Als ik de liefde niet had, was ik niet meer dan een schetterende trompet, een galmend bekken.” Joke: “Toen wij nog met elkaar getrouwd waren, waren we ontzettend met onze carrières bezig. Toen werkten we trouwens niet met elkaar samen. Eerst was ik vooral bekend van de Mounties en deed Gerard meer aan kritisch cabaret. Later veranderde dat toen ik bij Don Quishocking ging spelen. Door dit vak ben je vaak heel erg met jezelf bezig, waardoor je elkaar kunt verliezen. Je moet aandacht voor elkaar blijven overhouden, maar toen was ik vooral ambitieus.”

Wat kan het publiek van Alles Went Behalve Een Vent verwachten?Joke: “We hopen dat de mensen zich een avond zullen amuseren, maar ook veel herkenning zullen ervaren. Hoop en vertedering. En dat ze het leuk vinden hoe wij het samen doen.. Gerard: “Ik hoop dat ze een beetje kunnen lachen. Want ‘lachen mag van God!’, heeft Annie M.G. Schmidt geschreven”. Joke: “Goh, je bent wel aan het citeren zeg!” Gerard: “Doe me nu maar een borrel!”

Door: Noor Feije
Foto: Govert de Roos

Geef een reactie