Danser Danny Boom overwint zijn tegenslagen

Danny BoomHet grote publiek kent de sympathieke Rotterdamse Danny Boom van het populaire dansprogramma So You Think You Can Dance. Na een zinderende finale werd hij in december 2013 verkozen tot Beste Danser van Nederland en België. In eerste instantie zou de jonge Danny echter voetballer worden, hij werd op zijn 12e namelijk al gescout door Excelsior, maar de dans kreeg hem in zijn greep. Voetbal schoof geruisloos opzij.

Met Michael Jackson als grote voorbeeld zocht de goedlachse Danny op zijn 12e bewust een school waar dans in het pakket zat. ‘Ik wilde dat wel eens proberen en dat was geweldig, maar niet genoeg. Dus deed ik na mijn examen audities en kwam op de MBO-opleiding van Dansacademie Lucia Marthas terecht, daar leerde ik overigens ook pianospelen en zingen. Dat ik de juiste keuze had gemaakt, bleek wel tijdens mijn stage bij Symfonica in Rosso. Dat was een van de mooiste momenten, want ik stond ineens op dat megagrote podium bij superster Diana Ross. Wat een kick! Ik heb zelfs nog met haar gesproken!’ Danny had de smaak te pakken en wilde na het MBO nog meer leren. Hij stapte over naar het HBO, ook bij Lucia Marthas. Roemjana de Haan, Danny’s docent en een van de choreografen van So You Think You Can Dance, tipte hem in zijn eerste jaar voor een stage-auditie bij het Internationaal Danstheater. ‘De audities waren eigenlijk al geweest, maar ik mocht toch meedansen tijdens een les en repetitie. Daar was ook de artistiek leider aanwezig en ik had ontzettend veel geluk! Ik werd aangenomen en heb in de voorstelling ‘Zonnekoningen’ zelfs drie maal de hoofdrol mogen dansen.’

Danny volgde So You Think You Can Dance altijd op televisie en besloot zich in voor editie 2013 in te schrijven. Zijn eerste auditie was direct een schot in de roos. De jury beloonde de overdonderde Danny met een golden ticket, waarmee hij direct door mocht naar de bootcamp in Spanje. Daar was het alles behalve vakantie. ‘We werkten van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat in de verzengende hitte. Afzien, maar je weet waar je het voor doet, dus je gaat door. Je wilt naar die liveshows.’ Dat Danny moeiteloos verder mocht, was eigenlijk geen verrassing, al ging zijn deelname toch bijna niet door. Zijn vader kreeg twee weken voor de eerste show een herseninfarct. ‘Moest ik naar Aalsmeer om te repeteren, lag mijn vader in het ziekenhuis. Ik trok dat niet en stond op het punt om mijn plek terug te geven. In overleg ben ik uiteindelijk toch door gedaan. Gelukkig maar. Met mijn vader gaat het goed en ik had anders nooit deze kansen gekregen.’ Danny heeft vaker te kampen met tegenslagen, maar slaat zich er telkens weer doorheen. Zo bleek hij een half uur voor de grootse première van de theatertour van So You Think You Can Dance ernstig ziek te zijn. ‘Ik had al een paar weken last van mijn onderbuik, maar ik besteedde daar niet zoveel aandacht aan. Ibuutje erin en doorgaan, zo deed ik dat altijd. Op de dag van de première kreeg ik een CT-scan ter controle en stapte doodleuk in de taxi naar het theater. Ik voelde me niet best, maar the show must go on. Mijn ouders kregen de uitslag en trokken direct aan de bel. Een half uur voor de voorstelling hoorde ik dat het levensgevaarlijk zou zijn om het podium op te gaan. Ik had een geperforeerde blindedarm en als ik op zou treden, zou die kunnen scheuren. Dat kan je dood worden. De hel brak los natuurlijk, want het publiek zat er al en alles was groots aangekondigd. In plaats van te dansen zat ik echter weer in de taxi op weg naar het ziekenhuis. Daar heb ik uiteindelijk een week gelegen.’

Danny verbleef in de tussentijd nog een aantal keer in het ziekenhuis. ‘Het ontstoken weefsel in mijn buik moest eerst tot rust komen voor ik geopereerd kon worden. Dat heeft maanden geduurd en in oktober mocht ik eindelijk onder het mes.’ Gelukkig precies op tijd voor de repetities van Tap Factory, want in november reist Danny naar Parijs voor de voorbereiding van deze internationale, humoristische tap- en dansshow, die in december 14 keer in het World Forum Theater in Den Haag te zien is. ‘Supergaaf dat ik hiervoor gevraagd ben. Ik heb Tap Factory in september in Spanje gezien en was ontzettend enthousiast. In Parijs ontwikkel ik, samen met de creatives, mijn aandeel in de voorstelling. Ik zal in ieder geval hiphop en modern jazz laten zien en haal mijn tapschoenen uit het vet. Tappen kan ik trouwens al jaren! Er worden naast mij trouwens nog enkele dansers en acrobaten uit o.a. Duitsland en Engeland aan de oorspronkelijke cast toegevoegd.’ Zijn deelname aan Tap Factory is een uitgelezen kans om zich internationaal te laten zien. ‘Ik heb wel ambitie om in de toekomst naar het buitenland te gaan,’ bekent Danny. ‘Ik zou dolgraag willen studeren aan de opleiding van de Amerikaanse Alvin Ailey. Maar ook hoop ik ooit bij een grote artiest te mogen performen. Er is genoeg te wensen.’ Nederland verliest Danny hoe dan ook aan het buitenland? ‘Nee, ik kom altijd terug, want zonder mijn familie en geliefden kan ik niet!’

,

Geef een reactie