Anneke Blok en Henriëtte Tol in nieuw toneelstuk naar boek Tessa de Loo

Ze stonden al een tijdje op elkaars verlanglijstje, maar van een samenwerking kwam het niet. Tot nu: Anneke Blok en Henriëtte Tol spelen de zussen Noor en Eva Denekamp in het nieuwe toneelstuk Een goed nest.

goednest1‘We kwamen elkaar tegen op premières en kennen elkaars werk, maar van samen spelen was het nooit gekomen,’ zegt Henriëtte Tol (Bloedverwanten, The Normal Heart). Jammer, vonden ze allebei. In Een goed nest, een toneelbewerking door Myranda Jongeling van Tessa de Loo’s gelijknamige nieuwe roman, staan ze nu samen op het toneel. Net als De Loo’s bestseller De tweeling gaat het verhaal over twee zussen. Jongeling schrapte een aantal personages en bracht het stuk terug tot de essentie: de relatie tussen de twee vrouwen. Ook om het levendig te houden: ‘Je kunt twee actrices niet voortdurend over andere mensen laten praten zonder dat je die ziet, dat werkt niet op toneel.’

Anneke Blok (Alles is liefde, God van de slachting) werd als eerste benaderd voor de rol van de oudste zus Eva. Maar Blok wilde liever de jongere Noor zijn. Ze had net de moeder van Lies Visschedijk gespeeld in de film Soof en in Nieuwe buren schuifelde ze als de vrouw van Stefan de Walle achter een rollator. ‘Er moest even een frisse wind doorheen,’ zegt Blok, die vreesde voorgoed in de gepensioneerde rollen terecht te komen. Waarop Tol werd gevraagd voor de vier jaar oudere Eva. De twee vrouwen, beiden vijftigers, hebben bepaald geen warme zussenband. Noor is een succesvol schilder die in Amsterdam haar frivole kunstenaarsleven leeft. Met de vele mannen die passeerden hield ze het nooit lang vol. In haar eentje voedde ze haar dochter op. Eva is het zorgzame type. Huisje boompje beestje in de Achterhoek. Met man, zonen, paarden en honden stelt ze haar leven in het teken van anderen. De twee zien elkaar zelden. Eva snapt weinig van het kunstwereldje en Noor heeft het niet op het saaie platteland. ‘Als er niets te doen is zijn er altijd nog de seizoenen,’ schampert ze. Toch staat ze op een dag bij haar zus op de stoep. Niet zomaar, blijkt al snel. Noor onthult een geheim dat alle verhoudingen op losse schroeven zet.

Oude patronen
Een psychologisch drama met komische elementen, noemt Jongeling het verhaal. ‘De twee zussen voelen een sterke competitiedrang. Die is er eigenlijk altijd geweest.’ Het is misschien wel het belangrijkste thema van het stuk: ‘Je kunt wel voor een nieuw leven kiezen, maar ben je weer bij de mensen uit je jeugd dan verval je in oude patronen. Irritaties steken opnieuw de kop op, maar ook de liefde van destijds keert terug.’ Verbaal gaat het er in Een goed nest stevig aan toe. De zussen zijn venijnig, fel, maar ook geestig. Ten opzichte van de roman heeft Jongeling flink wat dialoog toegevoegd. ‘Mannen letten alleen maar op de enkels. Als die goed zijn reconstrueren ze de rest er altijd in je voordeel bij,’ constateert Eva afgunstig bij het weerzien met haar mooie zusje. Blok, droog: ‘Eva en Noor Denekamp zijn geen vrouwen met wie je graag vriendinnen wilt zijn.’ Toch heeft ze ook begrip voor de twee. Hun sarcasme komt ergens vandaan. ‘Ondanks hun verschillen bestaat er ook een verbondenheid tussen de zussen. Een band die door de dood van hun ouders nog hechter is, ook al willen ze daar niet aan.’ En Tol vult aan: ‘Ik geloof dat er in wezen toch heel veel liefde is tussen die twee vrouwen.’

Tol, zelf enig kind, kent het ‘zussengevoel’ uit verhalen van vriendinnen. Blok groeide op met twee zussen en een broer. ‘Onze band lijkt in niets op die van Eva en Noor,’ zegt ze. ‘We wonen bij elkaar in de buurt, werken in hetzelfde vakgebied, onze kinderen zijn de grootste vrienden. Wat opvalt aan Eva en Noor is dat ze situaties uit hun jeugd heel verschillend herinneren. Hoe dat bij ons is, weet ik eigenlijk niet. Mijn ouders leven nog, de gesprekken die Eva en Noor met elkaar voeren hebben wij nog niet gehad.’

Gloednieuw stuk
Het is fijn om een gloednieuwe tekst te mogen spelen, vinden Blok en Tol allebei. Voor Tol was het een reden om de rol te accepteren. Blok: ‘Tijdens de toneelschool leerde je dat een tekst heilig is. Shakspeare, Tsjechov, daar kwam je niet aan. Terwijl deze tekst voortdurend in beweging is, het is levend materiaal. Dat is prettig werken.’ Tol: ‘De voorstelling heeft een open einde. Ik hoop dat het mensen tot nadenken stemt. Dat ze na afloop naar ons toekomen om te vragen hoe het nu verder gaat met die vrouwen.’ Blok: ‘Als ik voor een stuk wordt benaderd, is de eerste vraag die ik mezelf stel: is de tekst interessant genoeg om zestig keer te spelen? Toen ik werd gevraagd voor Een goed nest was het toneelstuk nog niet geschreven. Ook het boek van Tessa de Loo was er nog niet, er lag alleen een synopsis. Ik heb toegezegd omdat ik een groot vertrouwen had in de schrijfkunst van Myranda Jongeling. Terecht, bleek toen we het stuk in handen hadden.’

Een Goed Nest van Tessa de Loo verscheen al op 4 september bij De Arbeiderspers, het luisterboek op dezelfde dag bij Rubinstein. Het gelijknamige toneelstuk van Esser Theaterbureau is dinsdag 7 oktober in première gegaan in het DeLaMar Theater in Amsterdam.

Interview: Joukje Akveld

Geef een reactie